Lid worden van studentenvereniging Bellona lijkt voor Daatje de ideale start van haar nieuwe leven in Utrecht. Een instant vriendenkring en een kamer in een mooi huis. De ontgroening is een hel en het is moeilijk om te wennen aan alle gewoontes en regels, maar de band met haar nieuwe vrienden maakt alles goed. En dan is er nog Victor, de praeses en kleinzoon van de machtige en gerespecteerde Aus de Graave, oprichter van Bellona. Als Daatje steeds hechter wordt met Victor, ontdekt ze dat de familie en de vereniging ook een heel andere kant hebben.